Vraag je je af waar je kleding vandaan komt? Van welk materiaal zijn ze gemaakt en hoe worden ze geproduceerd? De meesten van ons niet, maar als we dat wel zouden doen, zouden we ons misschien wat ongemakkelijk voelen. Nu helpt onderzoek de mode-industrie het voortouw te nemen bij het omarmen van de circulaire economie.

Als je je kast inventariseert, is de kans groot dat je verschillende kledingstukken hebt die op zijn minst gedeeltelijk van polyester en nylon zijn gemaakt. Deze twee goedkope textielsoorten zijn hoofdbestanddelen van fast fashion en vormen momenteel ongeveer 60% van de kleding en 70% van het huishoudtextiel.

Polyester en nylon zijn synthetische vezels op basis van fossiele brandstoffen, wat betekent dat ze zijn afgeleid van olie en aardgas. Door de productie van deze vezels, hun dominante positie in de mode-industrie en het feit dat ze niet biologisch afbreekbaar zijn, hebben ze een enorme impact op ons milieu. Ze bevatten ook schadelijke microplastics die hun weg vinden naar elke denkbare uithoek van ons land, onze oceanen en waterwegen.

Als natuurlijke vezel is katoen gemakkelijker te recyclen en heeft het minder fossiele brandstoffen nodig voor de productie ervan in vergelijking met bijvoorbeeld nylon. De katoenindustrie heeft echter massale landoppervlakken nodig voor de teelt; wereldwijd worden katoengewassen besproeid met de meeste chemicaliën; en ten slotte is er voor het verbouwen van katoen enorme hoeveelheden water nodig.

Waar komt deze ons verlaten? Lees het volledige artikel hier.

Bron: Horizon, het EU Research and Innovation magazine